Stand van zaken Veegwet VWS 2015 die nu Verzamelwet VWS 2016 heet

Deze blogpost is deel 31 van 34 in de serie Wetsvoorstellen

STAVAZAOp 13 april 2015 is de Veegwet VWS 2015 ingediend (34 191). Dat is bijna een jaar geleden en de behandeling loopt nog steeds. Middels een nota van wijziging is de citeertitel gewijzigd in Verzamelwet VWS 2016. Op 5 april vond het plenaire debat plaats en de Tweede Kamer zal op 12 april over dit wetsvoorstel stemmen. Naast het herstellen van diverse omissies spelen bij dit wetsvoorstel vooral de regels rondom gegevensuitwisseling en privacy in de Jeugdwet een grote rol.

TK 2014/15, 34 191, nr. 5 (Nota van wijziging)
Toelichting. Met deze nota van wijziging worden enige tekstuele onvolkomenheden weggenomen. Daarbij gaat het om een misslag in het opschrift van het wetsvoorstel, het verbeteren van een verkeerde verwijzing in art. 7.4.4 lid 4 Jeugdwet, een correctie van een onjuiste formulering in art. 11.2.14  Wet langdurige zorg en de vervanging in de wijziging van enige socialezekerheidswetten van de ten onrechte gebruikte aanduiding ouderdomspensioen door de juiste aanduiding, te weten: (arbeidsongeschiktheids)uitkering of ziekengeld.

TK 2014/15, 34 191, nr. 8 (tweede Nota van wijziging)
Toelichting (algemeen). Op 16 maart 2015 zond het Cbp de Minister van VenJ en de Staatssecretaris van VWS een brief. In die brief stelde het college dat de Jeugdwet niet voorziet in een bepaling die specifiek ziet op het door een jeugdhulpverlener of -aanbieder verstrekken van persoonsgegevens, waaronder het burgerservicenummer en andere bijzondere persoonsgegevens als bedoeld in de Wet bescherming persoonsgegevens, aan gemeenten voor de financiële afwikkeling en controle van declaraties. Het gevolg was – volgens het Cbp – dat dergelijke gegevens slechts met toestemming van de betrokken jeugdige of zijn ouders aan de gemeenten verstrekt zouden mogen worden. Het Cbp adviseerde om in de Jeugdwet alsnog zo’n specifieke regeling op te nemen, en daarbij te voorzien in een bepaling van de aard en omvang van de daarvoor noodzakelijke persoonsgegevens. Naar aanleiding hiervan zijn in het voorliggend wetsvoorstel enkele voorstellen tot wijziging van de Jeugdwet opgenomen, die ertoe strekken duidelijker dan thans in paragraaf 7.4 van de Jeugdwet is neergelegd, te regelen dat gemeenten niet alleen ten behoeve van het verzamelen van beleidsinformatie, maar ook voor de uitvoering van de Jeugdwet zelf1 gegevens van de jeugdige of zijn ouders mogen verwerken en dat dergelijke gegevens voor zover noodzakelijk bsn’s en persoonsgegevens mogen zijn.

TK 2014/15, 34 191, nr. 11 (derde Nota van wijziging)
Toelichting (algemeen). Deze derde nota van wijziging bevat een aantal aanpassingen in verband met de inwerkingtreding van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) met ingang van 1 januari 2016. Deze derde nota van wijziging voegt verder aan art. 16 Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) een grondslag toe voor een ministeriële regeling waarbij andere taken aan de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) kunnen worden opgedragen.

TK 2014/15, 34 191, nr. 15 (vierde Nota van wijziging)
Toelichting. Deze nota van wijziging heeft voornamelijk betrekking op de datum van inwerkingtreding en de aangepaste citeertitel. Ter voorkoming van misverstanden omtrent de inhoud van de wet, is ervoor gekozen de citeertitel aan te passen. In plaats van Veegwet VWS 2015 wordt deze nu aangeduid met het iets ruimere begrip Verzamelwet VWS 2016.

Amendementen
De volgende amendementen zijn ingediend.

Amendement 34 191, nr. 17 Lid Bergkamp (ingetrokken tijdens het debat)

Amendement 34 191, nr. 18 Lid Bergkamp
5 april 2016
Wijziging art. 7.4.0 lid 4 onderdeel a Jeugdwet. Toelichting. De toevoeging «in ieder geval» impliceert dat het in de regeling niet gaat om een absolute lijst, maar dat daarnaast nog additionele gegevens uitgevraagd kunnen worden. De indienster beoogt met dit amendement een limitatieve opsomming in de regeling op te laten nemen om duidelijk te maken om welke gegevens het hier gaat en iedere twijfel weg te nemen over welke gegevens het zou kunnen gaan. De indienster stelt daarom voor de toevoeging «in ieder geval» te schrappen.

Amendement 34 191, nr. 20 Leden Van Gerven en Leijten
5 april 2016
Toelichting. Dit amendement regelt dat het College bouw zorginstellingen niet met ingang van 1 januari 2016 wordt opgeheven. Daartoe vervallen de voorgestelde wijzigingen in de Wet toelating zorginstellingen (artikel XVI). Door invoeging van een nieuw art. 66a aan de wet toelating zorginstellingen wordt geregeld dat er eerst een grondige evaluatie van de afschaffing van het bouwregime plaatsvindt, op basis waarvan een beslissing genomen kan worden over het al dan niet continueren van het College bouw zorginstellingen. (…) De toekomst van het College bouw zorginstellingen kan pas weloverwogen worden vastgesteld nadat een evaluatie en bespreking van de afschaffing van het bouwregime met 100% risicodragendheid met de Kamer heeft plaatsgevonden. Indien dit amendement wordt aangenomen, wordt in het opschrift “te herstellen,” vervangen door “te herstellen en” en vervalt: en het College bouw zorginstellingen op te heffen.

Amendement 34 191, nr. 21 Lid Bergkamp
5 april 2016
Wijziging art. 7.4.4 Jeugdwet. Toelichting. Paragraaf 7.4 van de Jeugdwet ziet op de gegevensverwerking die plaatsvindt ten behoeve van de uitvoering van de wet en ten behoeve van beleidsinformatie. Art. 7.4.4. regelt onder welke omstandigheden persoonsgegevens ten behoeve van beleidsinformatie uitgewisseld mogen worden. Met deze aanpassing wordt bewerkstelligd dat als sprake is van persoonsgegevens, deze gegevens nog slechts bewerkt mogen worden op een manier die waarborgt dat de gegevens niet tot een persoon herleid kunnen worden, en dat bovendien verwerking van die anonieme gegevens slechts plaats mag vinden ten behoeve van bepaalde doeleinden. Deze aanpassing zorgt er ook voor dat de grondslag voor het verder verwerken of verspreiden van persoonsgegevens ten behoeve van beleidsinformatie vervalt: er mogen voortaan immers alleen nog algemene of geanonimiseerde gegevens worden verwerkt, en persoonsgegevens niet meer. Oftewel de indienster beoogt met dit amendement te verzekeren dat iets alleen nog in allereerste instantie als persoonsgegeven kan binnenkomen, maar daarna geanonimiseerd moet worden.

Amendement 34 191 nr. 22 (t.v.v. 19) Leden Voortman en Keijzer
5 april 2016
Wijziging art. 1 Wlz.2 Toelichting. Als gevolg van de huidige begripsomschrijving van een ADL-woning in art. 1 Wlz, kan alleen in bij elkaar horende rolstoeltoegankelijke sociale huurwoningen ADL-zorg, zoals bijvoorbeeld Fokuszorg, afgenomen worden. De indienster is van mening dat ADL-zorg ook in andere woningen moet kunnen worden afgenomen, voor zover daar voldaan kan worden aan de uitgangspunten van die zorg. De huidige begripsomschrijving levert daarvoor onbedoelde belemmeringen op. De huidige begripsomschrijving geeft mensen die op ADL-zorg zijn aangewezen bijvoorbeeld geen mogelijkheid om daarbij te kiezen tussen een koop- of huurwoning. De voorwaarde, dat deze zorg in een sociale huurwoning geleverd moet worden, gold niet toen deze zorg nog bekostigd werd op basis van een subsidieregeling. Met voorliggend amendement wil de indienster deze situatie weer herstellen, zodat er meer maatwerk mogelijk wordt en blijft. Daarnaast kan de nieuwe begripsomschrijving ook meer mogelijkheid geven voor vernieuwende zorgvormen, aangezien de koppeling aan sociale huurwoningen meer wordt losgelaten.

Amendement 34 191 nr. 26 Leden Bergkamp en Keijzer
5 april 2016
Wijziging art. 7.4.0 Jeugdwet. Toelichting. Dit amendement regelt dat de ministeriele regeling die op grond van art. 7.4.0 lid 5 Jeugdwet kan worden vastgesteld, voorafgaand aan de vaststelling wordt overgelegd aan beide kamers der Staten-Generaal. In de betreffende ministeriele regeling kan worden bepaald a) volgens welke technische standaarden gegevensverwerking plaatsvindt, b) aan welke beveiligingseisen gegevensverwerking voldoet en c) in welke gevallen en voor welke doelen gegevens als bedoeld in het eerste of tweede lid van art. 7.4.0 Jeugdwet verder mogen worden verwerkt. In de ministeriële regeling wordt daarmee in ieder geval uitgewerkt welke persoonsgegevens – waaronder ook Burgerservicenummers en andere (bijzondere) persoonsgegevens – aan gemeenten mogen worden vermeld. De indieners zijn van mening dat de invulling van deze regeling mogelijk verstrekkende gevolgen kan hebben voor de privacy van jeugdigen. Daarom beogen zij met dit amendement een voorhangprocedure voor deze regeling op te nemen.

Moties
De volgende moties zijn tijdens het debat ingediend.

Motie 34 191 nr. 23 Lid Bergkamp
5 april 2016
De uitwisseling van diagnosegegevens tussen jeugdhulpaanbieders, aanbieders van preventie, gecertificeerde instellingen, de Raad voor de Kinderbescherming, gecertificeerde gedragswetenschappers enerzijds en gemeenten anderzijds is onwenselijk. Tot 2018 zal worden gewerkt met diagnosegegevens. Indienster is van mening dat het onwenselijk is als gevoelige gegevens, zoals diagnosegegevens, bij gemeenten terechtkomen. Zij is tevens van mening dat de diagnosegegevens niet noodzakelijk zijn voor het verwerken van een declaratie door gemeenten en er ook gekozen kan worden voor alternatieve methoden, waarin bijvoorbeeld wel gewerkt wordt met algemene gegevens over de intensiteit van een behandeling (licht, middel, zwaar) en de duur ervan. De regering wordt verzocht actief te werken aan een alternatief voor de diagnosegegevens en de Kamer hierover in het voorjaar 2017 te informeren, zodat vanaf 2018 met een alternatief gewerkt kan worden.

Motie 34 191 nr. 24 Lid Van Gerven
5 april 2016
Voor de bewaartermijn voor jeugdzorgdossiers is gekozen om aan te sluiten bij de termijn die geldt voor het bewaren van medische dossiers. Zowel de commissie-De Winter als de commissie-Samson doet in haar aanbevelingen uitspraken over het verlengen van de bewaartermijn van dossiers. In de jeugdzorg, veel meer dan in de zorg, speelt de ontwikkeling van de persoon een rol, waardoor er gedurende de jaren een andere behoefte kan ontstaan met betrekking tot de wens het dossier in te zien. De regering heeft een wetvoorstel in voorbereiding waarmee de bewaartermijn wordt verlengd. De regering wordt verzocht, de vernietiging van jeugdzorgdossiers tijdelijk op te schorten totdat hierover nieuwe wet- en regelgeving door beide Kamers is aangenomen.

Motie 34 191 nr. 25 Leden Keijzer en Bergkamp
5 april 2016
Er kunnen nadere regels gesteld worden over de wijze van uitwisseling van gegevens als bedoeld in het vierde lid van art. 7.3.11 Jeugdwet, waaronder dus het uitwisselen van gegevens door professionals die onder de WGBO vallen. Voor het borgen van het wettelijk uitgangspunt dat medische gegevens alleen uitgewisseld mogen worden die nodig zijn in het licht van de ondertoezichtstelling is dat nog niet gebeurd. De regering wordt verzocht dit in de ministeriële regeling op te nemen.


  1. In het voorgestelde nieuwe derde lid van art. 7.4.1 Jeugdwet omschreven als «de toeleiding naar, advisering over, bepaling van en het inzetten van een voorziening op het gebied van de jeugdhulp, de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering alsmede de bekostiging daarvan. 

  2. i.v.m. de Subsidieregeling ADL-assistentie 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*