Twee nieuwe indicatiegeschillen Wet langdurige zorg

Deze blogpost is deel 4 van 4 in de serie Afbakening Wmo 2015 en Wlz

LOGO-ZIN-2In een eerdere blog update stond een overzicht van een aantal indicatiegeschillen op grond van de Wet langdurige zorg en het advies van het Zorginstuut aan de staatssecretaris van Vws over de toegang tot de Wlz voor verzekerden met een psychische stoornis.

Er zijn twee nieuwe adviezen over indicatiegeschillen gepubliceerd die van belang zijn om te kennen. Geïnteresseerden wijs ik de Training Wmo in relatie tot Wlz, Zvw en andere wetten op 21 april in Arnhem. Tijdens deze training leer je hoe om te gaan met de afbakening en op welke grondslag het besluit moet rusten.

1. Tijdelijke toegang Wlz vanwege licht verstandelijke handicap en gedragsproblemen
15 februari 2016

Advies/standpunt ZIN
Verzekerde heeft vanwege haar licht verstandelijke handicap en gedragsproblemen tijdelijk behoefte aan 24 uur per dag zorg in de nabijheid. De behandelende sector zal nader onderzoek moeten doen om duidelijk te krijgen wat de oorzaak is van de toename van de beperkingen en naar de aard en ernst van de onderliggende psychiatrische problematiek. Aan de hand van deze diagnostiek zal een vervolgbehandelplan moeten uitwijzen op welke zorg verzekerde vervolgens is aangewezen. Het Zorginstituut is verder van oordeel dat het CIZ ten onrechte de grondslag verstandelijke handicap wil laten vallen en ten onrechte verzekerde meteen wil verwijzen naar andere domeinen.

Consequentie voor de verzekerde
Verzekerde krijgt tijdelijk toegang tot de Wlz, waarna gekeken kan worden aan de hand van een vervolgbehandelplan wat de best passend setting en zorg voor verzekerde is (zie art. 3.2.1 lid 3 onder a Wlz).

2. Gemeente verantwoordelijk voor zware zorgbehoefte verstandelijk beperkte wegens ontbreken duidelijkheid over blijvendheid van de zorgbehoefte
1 maart 2016

Redactie. Dit indicatiegeschil heeft betrekking op de afbakening met de Jeugdwet.

Standpunt/advies ZIN
Het Zorginstituut is in onderhavig geschil van oordeel dat het CIZ terecht concludeert dat bij verzekerde nog niet kan worden vastgesteld of er sprake is van het Wlz- toegangscriterium blijvende behoefte maar dat het CIZ dat niet juist heeft onderbouwd. Het CIZ is ten onrechte van de mogelijkheid uitgegaan dat er vanuit de reguliere GGZ een adequaat behandelaanbod mogelijk is.
Het Zorginstituut is van oordeel dat de conclusie dat nu nog niet met zekerheid vastgesteld kan worden dat verzekerde blijvend aangewezen zal zijn op 24 uur per dag zorg in de nabijheid mede berust op discrepantie in gegevens, aangeleverd door de school en het behandelteam. Mogelijk kan een betere prognose worden gegeven als aanvullend (genetisch) onderzoek wordt verricht. Zolang er nog geen blijvende behoefte aan Wlz-zorg kan worden vastgesteld, is de gemeente vanuit de Jeugdwet verantwoordelijk om verzekerde passende zorg aan te bieden, ook als de zorg het ‘normale’ zorgaanbod overschrijdt.

Consequentie voor de verzekerde
Verzekerde is niet aangewezen op Wlz-zorg.

©Ingeborg Lunenburg opleiding + advies

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*