Rechtbank Den Haag: tijdelijke toekenning onder voorwaarden niet toegestaan

Logo_rechtspraakDe Rechtbank oordeelt in deze zaak (uiteindelijk) over de vraag of het college bevoegd is de scootmobiel voor de duur van één jaar toe te kennen waarna de noodzaak opnieuw zal moeten worden bezien, met inbegrip van de mogelijkheid van een voorliggende voorziening (RBDHA:2013:14934).

Annotatie door Ingeborg Lunenburg

Langdurige noodzaak; een toetsingscriterium?
Ik heb er lang op gewacht en eindelijk is daar een mooie rechtbankuitspraak die (indirect) te maken heeft met de voorwaarde ‘langdurige noodzaak’ zoals die in veel verordeningen is opgenomen.

Het geschil
De gemeente in kwestie weigert de aanvraag om een scootmobiel en handhaaft dat besluit in bezwaar. Belanghebbende komt in beroep waarbij de rechtbank onder toepassing van de bestuurlijke lus het college binnen zes weken in de gelegenheid stelt het motiveringsgebrek te herstellen. Het college neemt een nieuwe beslissing op bezwaar. Daarbij wordt aan belanghebbende een vervoersvoorziening in de vorm van een scootmobiel toegekend voor de duur van één jaar waarna de noodzaak opnieuw zal moeten worden bezien, met inbegrip van de mogelijkheid van een voorliggende voorziening. De rechtbank stelt vast dat het geschil bestaat uit de vraag of het college een dergelijk voorwaarde mag verbinden aan de toekenning van de voorziening.

Het oordeel
Het college slaagt er niet in het motiveringsgebrek te herstellen. De rechtbank oordeelt namelijk dat de Wmo-verordening geen grondslag biedt voor het verbinden van een dergelijke voorwaarde aan de toekenning van een voorziening. Dat geldt voor de bepalingen over de aanspraak om zich lokaal te verplaatsen als ook voor de algemene bepalingen van de verordening.

Wel regelt de Wmo-verordening de bevoegdheid voor het college om een heronderzoek uit te voeren waarbij een besluit, genomen op grond van de verordening, kan worden ingetrokken. Specifiek is geregeld dat een heronderzoek kan plaatsvinden om vast te stellen of de omstandigheden die hebben geleid tot het toekennen van een voorziening zijn gewijzigd.

Verder overweegt de rechtbank in r.o. 3 dat de voorwaarde (tijdelijke toekenning) materieel op gespannen voet staat met de voorwaarde dat een voorziening ter compensatie van beperkingen slechts wordt toegekend voor zover deze langdurig noodzakelijk is om (voor zover relevant) beperkingen voor het zich lokaal verplaatsen op te heffen. De toekenning van de voorziening impliceert – volgens de rechtbank – daarom het rechtsoordeel dat de scootmobiel langdurig noodzakelijk is.

Een dure les voor het college. De vernietiging van het bestreden besluit heeft een prijskaartje van € 1.224 (griffierecht en proceskosten).

Waarom weigeren?
In de uitspraak staat niet waarom het college de scootmobiel weigert. Ik concludeer (voorzichtig) dat het te maken heeft met het ondergaan van behandeling. Dat zou revalidatie kunnen zijn of het ondergaan van een multidisciplinaire behandeling. Het laatst genoemde voorbeeld wordt vaak genoemd bij moeilijk objectiveerbare aandoeningen zoals fybromyalgie en chronisch vermoeidheidssyndroom. Daarbij sorteert toekenning van een voorziening doorgaans een anti-revaliderend effect (zie CRVB:2013:2254 en CRvB 30-03-2011, BQ0414 Wmo).

Toegang of aanspraak?
Uit deze uitspraak blijkt maar weer het belang van een grondslag welke (rechtstreeks) voortvloeit uit de wet. Daaronder versta ik dus ook de voorwaarde(n) in de verordening waaronder aanspraak bestaat op een individuele voorziening. Een toegangsbepaling (weigering of beperkende voorwaarde) zou dus kunnen zijn dat de toekenning van een voorziening een anti-revaliderend effect heeft. Eenvoudig gezegd wordt iemand door het toekennen eigenlijk zieker dan al het geval is.

Ook kan het zijn dat belanghebbende gebruik kan maken van laagdrempelige behandelmogelijkheden zoals fysiotherapie of een psycholoog. Dit heeft volgens mij meer te maken met de afweging van belangen. In voorkomende gevallen kan van een belanghebbende worden gevergd dat hij gemotiveerd gebruik maakt van de mogelijkheden die er zijn ter voorkoming of verergering van klachten die zouden kunnen leiden tot de noodzaak van het verlenen van een voorziening. Voor zover belanghebbende geen toegangsbepaling kan en mag worden tegengeworpen zal het college de aanspraak moeten beoordelen. Dat is doorgaans de goedkoopst compenserende voorziening.

Geen beperkingen meer
Voor zover er na verloop van tijd geen beperkingen meer worden ondervonden in de zin van artikel 4 lid 1 Wmo, is er ook geen recht meer op een voorziening (lees ook de plicht tot compensatie). Daar kan het college periodiek onderzoek naar doen maar ook de belanghebbende is verplicht bij het college mededeling te doen van gewijzigde feiten en omstandigheden die relevant zijn het recht of de voortzetting daarvan. Het is van belang daarover bepalingen op te nemen in de verordening en dat middels het besluit kenbaar te maken.

Kosten behandeling
Tot slot nog een interessante vraag. Hoe het zit met de kosten van dergelijke behandelingen. Wie moet deze betalen? Voor zover het college zich terecht op het standpunt stelt dat het de (gevraagde) voorziening kan en mag weigeren op grond van een andere wettelijke aanspraak komt (in de Wmo) geen oordeel meer toe over de vraag of daar kosten voor belanghebbende aan zijn verbonden.

Zie ook RBNHO:2013:CA3917 waarin de voorzieningenrechter het verzoek van belanghebbende om een voorlopige voorziening toewijst. Het college neemt ter zitting het standpunt in dat belanghebbende zich onder behandeling kan stellen waardoor diens beperkingen zullen afnemen. Nu hij dat nalaat voldoet hij volgens het college niet aan het vereiste dat de voorziening ‘hulp bij het huishouden’ langdurig noodzakelijk zijn. De voorzieningenrechter verwijst naar CRvB 28-09-2011, BT7241 Wmo.

© Ingeborg Lunenburg opleiding + advies

2 Replies to “Rechtbank Den Haag: tijdelijke toekenning onder voorwaarden niet toegestaan”

  1. Pingback: Verordening Wmo 2015: zijn regels strijdig aan maatwerk? In tegendeel! | Uitvoering Wmo 2015

  2. Pingback: Rechtbank Midden-Nederland: huishoudelijke hulp als collectieve voorziening en maatwerkmodules | Uitvoering Wmo 2015

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*