Rechtbank Noord-Nederland: auto, eigen mogelijkheden, zelfredzaam

Logo_rechtspraakDe Rechtbank oordeelt in deze zaak over de vraag of het college bevoegd is de eerder toegekende vervoerskostenvergoeding te beëindigen en daarvoor geen andere vervoersvoorziening in de plaats te stellen (RBNNE:2013:6601).

Annotatie door Ingeborg Lunenburg
De Rechtbank Noord-Nederland doet een eerste uitspraak over de toepassing van de regels van een gekantelde Verordening. Veel gemeenten hebben thans een dergelijke Verordening, maar veel jurisprudentie is hierover nog niet gepubliceerd. Ik verwacht dat daar verandering in komt.

Het geschil
Het college in kwestie beëindigt de eerder toegekende vervoerskostenvergoeding en stelt daarvoor geen andere voorziening in de plaats. Het college stelt zich daarbij op het standpunt dat de belanghebbende zelfredzaam is, ook zonder vervoerskostenvergoeding.

Gewijzigd beleid
De gemeente in kwestie voert sinds 1 januari 2013 een gekantelde Verordening. Daarin is de mogelijkheid tot het verlenen van een vervoerskostenvergoeding geschrapt. Voor belanghebbenden aan wie eerder een dergelijke vergoeding is verleend geldt overgangsrecht conform de bepalingen in de Verordening. Het college handelt keurig. Per brief wordt eerst aangekondigd dat de vervoerskostenvergoeding wordt beëindigd. Feitelijk gebeurt dat pas na een onderzoek waarna de beschikking bekend wordt gemaakt. Deze daadwerkelijke beëindiging gaat echter pas na een overgangsperiode van zes maanden in. Het kan ook zijn dat de gemeente na deze zes maanden een andere voorziening toekent die in plaats komt van de vervoerskostenvergoeding. Of belanghebbenden daarvoor in aanmerking komen, is afhankelijk van de uitkomsten van een onderzoek.

Het onderzoek
De belanghebbende in kwestie is in bezit van een eigen auto. Sinds 2007 is aan haar een vervoerskostenvergoeding toegekend. Als ik het goed begrijp gaat het hier om een financiële tegemoetkoming als bedoeld in artikel 19 Wmo. Deze voorziening is bestemd voor het zich lokaal kunnen verplaatsen: voor het gebruik van haar eigen auto. Ten opzichte van 2007 hebben zich geen wijzigingen voorgedaan in de medische situatie; de aandoeningen zijn niet verminderd. De Rechtbank stelt dan ook dat het college zich mocht en kon baseren op het medisch advies uit 2007. Het onderzoek bestaat uit een door belanghebbende ingevuld formulier. Iedereen aan wie de eerder genoemde vooraankondiging is verstuurd ontvangt ook een ‘inventarisatieformulier vervoersbeperkingen’. Belanghebbende vult daarop in dat zij:

  • geen gebruik kan maken van het reguliere Openbaar Vervoer;
  • de vervoerskostenvergoeding alleen gebruikt voor de kosten van haar eigen auto;
  • een vergoeding betaalt aan familie en vrienden die haar soms vervoeren; en
  • soms zelf een taxi neemt hetgeen zij ook uit eigen middelen betaald.

Zelfredzaam?
Mede op basis van het onderzoek komt het college tot de conclusie dat belanghebbende ook zonder vervoerskostenvergoeding zelfredzaam is. Uit het onderzoek blijkt namelijk dat de resultaten van het zich lokaal verplaatsen worden al zelf bereikt. De Rechtbank steunt dit uitgangspunt; het college beëindigt de vervoerskostenvergoeding en stelt daarvoor tevens terecht geen andere vervoersvoorziening in de plaats. De Rechtbank oordeelt dat belanghebbende immers de beschikking heeft over een eigen auto en de korte afstanden zelf kan afleggen. Voor de langere afstanden doet zij een beroep op derden (familie en vrienden) die daarvoor een financiële vergoeding voor auto-/benzinekosten van haar ontvangen. Mocht haar situatie in de toekomst veranderen waardoor zij niet langer zelf in haar vervoersbehoefte kan voorzien kan zij – volgens de Rechtbank – opnieuw een aanvraag doen. Geen verrassende uitslag van het geschil.

Soortgelijke uitkomst
Eerder oordeelde de Rechtbank Gelderland over iets gelijks (Rb Gelderland 16-05-2013, CA1689 Wmo). Het college weigert in die zaak de aanvraag om een pas voor de Regiotaxi tegen gereduceerd tarief. Volgens de rechtbank blijkt uit de gedingstukken en het verhandelde ter zitting voldoende dat belanghebbende mogelijkheden heeft om zelf voor een oplossing te zorgen. Ter zitting verklaart belanghebbende dat zij zelf – ook zonder in bezit te zijn van een pas voor de regiotaxi – de regiotaxi kan bellen voor het reserveren van een rit. Dit betekent dat zij de vervoersvoorziening zelf kan regelen. Verder betwist belanghebbende niet dat zij de meerkosten voor de regiotaxi – ook gezien haar vervoersbehoefte – zelf kan betalen. Nu het voor haar mogelijk is om zelf de ritten bij de regiotaxi te reserveren en te betalen wordt zij niet beperkt in haar zelfredzaamheid. Gelet op de hierboven vermelde omstandigheden, in onderlinge samenhang bezien, is de rechtbank van oordeel dat het college geen compensatieplicht heeft voor het verstrekken van een vervoersvoorziening. De aanvraag is terecht afgewezen.

In bezit van een auto; ben je dan zelfredzaam?
De belanghebbende raakt met de beroepsgronden nog wel een kritisch punt. In de beschikking staat dat wanneer iemand over een eigen auto beschikt, diegene zelfredzaam is. De Rechtbank oordeelt dat een dergelijk standpunt zich niet verdraagt met het maatwerkprincipe van de Wmo. Er zijn immers situaties denkbaar waarin iemand over een eigen auto beschikt en toch gecompenseerd moet worden. In haar geval mag dit overigens niet baten.

Hoe te compenseren?
De vraag is interessant hoe het college in kwestie belanghebbenden compenseert die geen gebruik kunnen maken van het aanvullende collectief vervoer en in het bezit van een eigen auto. De financiële tegemoetkoming voor het gebruik van eigen auto is in het nieuwe beleid is uitgesloten. Dan zal het een persoonsgebonden budget zijn als bedoeld in artikel 6 Wmo, neem ik aan. De hoogte daarvan moet vergelijkbaar en toereikend zijn met een voorziening in natura. Maar wat is de natura voorziening dan? Ik neem toch niet aan het college jerrycans benzine bij belanghebbenden zal gaan bezorgen. Of het college de hoogte van het persoonsgebonden budget zal moeten baseren op de geldende benzineprijzen, durf ik niet met zekerheid te stellen.

Nog even terug naar de uitspraak
Ik mis overigens wel wat in de uitspraak. Zo laat de Rechtbank zich niet specifiek uit over de vraag waarom het college geen compensatieplicht heeft voor vervoersbehoefte op de korte afstand. Belanghebbende verplaatst zich op de korte afstand met haar eigen auto. Misschien moet haar verklaring dat ze de vervoerskostenvergoeding alleen gebruikt voor de kosten van de auto hiermee in samenhang worden beschouwd. Voor de kosten van een auto heeft het college geen compensatieplicht (vergelijk CRvB 29-02-2012, BV7463 Wmo). Verder zou de verklaring dat zij haar sociale netwerk zelf betaald en ook uit eigen middelen taxivervoer bekostigd een rol kunnen spelen. Ik mis deze overwegingen in de uitspraak, zeker nu de Rechtbank zelf stelt dat het hebben van een eigen auto niet zonder meer meebrengt dat iemand zelfredzaam is. Mogelijk kunnen we nog meer uitspraken verwachten van deze Rechtbank.

Zie ook Rechtbank Noord-Nederland 07-11-2013, nr. AWB LEE 13/12421 waarin de rechtbank oordeelt dat belanghebbende voor het te bereiken resultaat ‘zich lokaal verplaatsen’ voor 20 tot 30% van het vervoer een beroep doet op haar vader en een aantal mantelzorgers die daarvoor een financiële vergoeding ontvangen voor de benzinekosten. Voor 70 tot 80% van haar vervoersbehoefte kan belanghebbende aanspraak maken op AWBZ-vervoer.

© Ingeborg Lunenburg opleiding + advies


  1. Kluwer Grip op Wmo 

One Reply to “Rechtbank Noord-Nederland: auto, eigen mogelijkheden, zelfredzaam”

  1. Pingback: Lesje compensatieplicht door de hoogste bestuursrechter | Uitvoering Wmo 2015

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*