Wat heeft de Huisvestingswet-urgentie te maken met de Wmo 2015?

De Afdeling heeft recent een uitspraak gedaan die raakt aan de uitvoering van de Wmo 2015 (RVS:2024:1698). Het gaat in deze zaak over het volgende. Het college wijst een aanvraag om een urgentieverklaring af. De urgentieverklaring is aangevraagd voor appellant en haar gezin. Zij bewonen met vijf kinderen een driekamerwoning op de derde etage. Er is geen lift. Gesteld is dat zij vanwege haar medische problematiek niet in staat is de trappen naar de woning op te lopen.

Verhuiskostenvergoeding op grond van de Wmo 2015
In de uitspraak staat ook dat de gemeente een verhuiskostenvergoeding heeft toegekend op grond van de Wmo 2015 voor een gelijkvloerse benedenwoning of een woning met lift. De traplift voor de huidige woning was op grond van de Wmo 2015 afgewezen. Daartegen zijn kennelijk geen rechtsmiddelen ingezet. Zou dat wel zo zijn dan oordeelt de Centrale Raad van Beroep, en niet de Afdeling, over het geschil.

Urgentieverklaring
Een urgentieverklaring is er voor mensen in woningnood. Met zo’n urgentieverklaring krijgt iemand voorrang op andere woningzoekenden bij het verkrijgen van een sociale huurwoning. Regels waaronder zo’n urgentieverklaring kan worden verkregen zijn doorgaans neergelegd in de Huisvestingsverordening en mogelijk op de daarop gebaseerde Nadere regels van de gemeente. Dit op basis van de criteria zoals bepaald in de Huisvestingswet 2014. Het gaat hier dus om andere regelgeving dan de Wmo 2015; zoals het college ook heeft aangegeven. Het toewijzen van een woning valt buiten de reikwijdte van de Wmo 2015 (CRVB:2011:BT6172, CRVB:2013:2139). Situaties waarin een urgentieverklaring op grond van de Huisvestingswet kan worden afgegeven zijn:

  1. een urgent huisvestingsprobleem
  2. ernstige medische problemen

Er zijn meer voorbeelden denkbaar, mede gebaseerd op de bevoegdheden zoals neergelegd van de Huisvestingswet 2014.

Beoordeling
De rechtspraak over urgentieverklaringen is talrijk. Daaruit valt op te maken dat de lat, om zo’n verklaring te verkrijgen, erg hoog ligt. De aanvraag voor een urgentieverklaringen wordt getoetst aan de Huisvestingswetverordening en de daarop gebaseerde nadere regels of beleidsregels. De regels kunnen inhoudelijk per gemeente variëren. De eerste belangrijke voorwaarde is de zogeheten bindingseis.

Bindingseis
Dat wil zeggen: iemand moet inwoner zijn van de gemeente waar de urgentieverklaring wordt aangevraagd én langer dan een bij verordening bepaalde periode ingeschreven staan in de BRP.  Er kunnen uitzonderingen gelden, die blijven hier buiten bespreking. De beoordeling van de bindingseis staat op zichzelf en hoeft niet, al dan niet in onderlinge samenhang, te worden bezien met de andere voorwaarden (RVS:2023:2010).

Andere voorwaarden
Naast de bindingseis gelden in ieder geval nog twee andere belangrijke voorwaarden: een urgent huisvestingsprobleem of het ondervinden van ernstige medische problemen in de woning waardoor iemand snel moet verhuizen.

  1. Urgent huisvestingsprobleem
    In deze zaak stelt het college zich, volgens de Afdeling, terecht op het standpunt dat geen sprake is van een urgent huisvestingsprobleem omdat appellant met haar gezin al sinds 2008 over een zelfstandige woonruimte beschikt.
  2. Ernstige medische problemen
    Ook aan de voorwaarde dat sprake moet zijn van ernstige medische problemen wordt in dit geval niet voldaan. Aan het besluit ligt een GGD-advies ten grondslag. De Afdeling kan zich vinden in het oordeel van de rechtbank en in de overwegingen, waarop dat oordeel is gebaseerd. Helaas is de rechtbankuitspraak niet gepubliceerd. De Afdeling voegt daar nog iets aan toe. Bij de rechtbank is een brief van een behandelend arts van appellant overgelegd, die is bij het oordeel betrokken. Het college heeft hierin geen aanleiding hoeven zien om een nieuw advies van de GGD te vragen. Verder zijn de standpunten in hoger beroep niet met nadere (medische) stukken onderbouwd.

Geen urgentieverklaring voor appellant, aldus de Afdeling.

Maar wat heeft de Huisvestingswet-urgentie te maken met de Wmo 2015? Alles maar ook niets zou je kunnen zeggen.

Afwijzing traplift op grond van de Wmo 2015
Aangenomen wordt dat het college in kwestie de aanvraag om een traplift heeft afgewezen en een verhuiskostenvergoeding heeft toegekend omdat het de goedkoopste passende bijdrage is als bedoeld in art. 2.3.5 lid 3 Wmo 2015. Maar misschien ook omdat het realiseren van een traplift helemaal niet mogelijk is. De driekamerwoning bevindt zich namelijk op de derde etage. Kennelijk is er volgens het college wel een te compenseren Wmo-probleem, want er wordt op grond van de Wmo 2015 een verhuiskostenvergoeding toegekend. Maar er is, zo blijkt uit de uitspraak van de Afdeling, geen aanleiding om een urgentieverklaring op grond van de Huisvestingswet af te geven.

Verschil in duiding?
Het oordeel van de Afdeling roept de vraag op of de voorwaarde van ernstige medische problemen als bedoeld bij of krachtens de Huisvestingswetverordening en andere duiding heeft dan het ondervinden van beperkingen in het kunnen uitvoeren van de zogeheten elementaire woonfunctie als bedoeld in de Wmo 2015. Kort gezegd: het normale gebruik van de woning (bijv. CRVB:2018:702, CRVB:2014:398). Ik moet het antwoord op deze vraag schuldig blijven.

Woning beschikbaar?
Wat als het college zich op het standpunt stelt dat verhuizen goedkoper is dan de realisatie van een woningaanpassing, een traplift of andere woonlift. Daaronder begrepen de situatie dat de bewoonde woning niet geschikt kan worden gemaakt. In de beslissing op de aanvraag wordt een verhuiskostenvergoeding toegekend die doorgaans wordt betaald nadat de client verhuist naar de voor diens beperkingen meest geschikte woning (CRVB:2023:2185).
Op zich is een besluit waarin het primaat van verhuizen wordt toegepast en een verhuiskostenvergoeding wordt toegekend niet strijdig met de Wmo 2015 (bijv. CRVB:2018:2602, CRVB:2018:702). In zo’n geval zal het toekenningsbesluit (ook) voldoen aan de eisen die de Raad daaraan stelt (CRVB:2022:1434).

Papieren passende bijdrage?
Kan het enkel toekennen van een verhuiskostenvergoeding door de juridische beugel? Daar kan ik kort over zijn: nee, dat voldoet niet. In CRVB:2022:477 oordeelt de Raad namelijk dat in zo’n situatie (onder meer) daadwerkelijk beschikbaarheid van een aangepaste of eenvoudiger aan te passen andere woonruimte moet zijn. Een medisch aanvaardbare termijn waarbinnen een geschikte woning beschikbaar komt lijkt mij wel toegestaan. De bewijslast voor de beschikbaarheid van een geschikte woning rust op het college. Duidelijk is dat het college niet kan volstaan met een passende bijdrage enkel op papier (vergelijk CRVB:2024:702).

Urgentieverklaring
In de meeste gevallen zal ook een urgentieverklaring op grond van de Huisvestingswetverordening worden toegekend. Maar met zo’n urgentieverklaring staat nog niet vast wanneer er feitelijk een sociale huurwoning beschikbaar is. Bedenk verder dat bij de toewijzing van een sociale huurwoning inkomensgrenzen gelden. Bij een te hoog inkomen zal iemand aangewezen zijn op een eigen woning of huren in de particuliere sector. Om een geschikte woning te vinden is in deze tijd een serieuze opgave.

Bijzondere uitspraak
Beschikt de cliënt over een urgentieverklaring én is (was) de woning ongeschikt in de zin van de Wmo 2015, dan bestaat aanspraak op een verhuiskostenvergoeding (zie laatste volzin in r.o. 4.1 van CRVB:2020:1099).

Opvang
Tot slot nog iets over opvang. Het gaat hier om een doelgroep die door problemen bij het zich handhaven in de samenleving niet in staat is zelf in onderdak te voorzien. Zij hebben geen dak boven hun hoofd. Uit de jurisprudentie blijkt dat gemeenten opvang terecht weigeren op de grond dat er sprake is van (enkel) een huisvestingsprobleem. De Wmo 2015 is niet bedoeld om een oplossing te bieden voor de schaarste op de woningmarkt (bijv. CRVB:2019:3446, CRVB:2020:1651, CRVB:2023:20). Het rapport ‘Herstel begint met een huis’ van de Raad Volksgezondheid & Samenleving van april 2020 leidt niet tot verruiming van het criterium voor opvang (CRVB:2023:1931). Een cliënt kan ook vanuit de opvang doorstromen naar een huurwoning. Dit met een soort (of misschien een echte) urgentieverklaring.

©Ingeborg Lunenburg opleiding + advies

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*